Reglement Commissie van Beroep
De Raad van Bestuur van de Stichting Chiropractie Nederland;
Gelet op: de statuten van de Stichting, in het bijzonder artikel 4 onder e, artikel 10, artikel 11 lid 6 en artikel 18,
besluit vast te stellen het volgende reglement voor de Commissie van Beroep:
1 |
|
Algemeen |
|
1.1 | Aan alle in dit reglement gehanteerde begrippen, aanduidingen en uitdrukkingen komt dezelfde betekenis toe als waarin zij in de statuten voorkomen, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald of kennelijk anders wordt bedoeld. Op alle plaatsen waar in dit reglement personen met "hij" of "hem" worden aangeduid, kan ook "zij" of "haar" worden gelezen. Daar waar verwezen wordt naar "de Stichting", wordt bedoeld de Stichting Chiropractie Nederland. Met "geregistreerde" wordt in dit reglement bedoeld een chiropractor die is opgenomen in het door de Stichting gevoerde register. Met "Raad van Bestuur" wordt bedoeld de Raad van Bestuur van de Stichting Chiropractie Nederland. | ||
1.2 | De commissie draagt de naam Commissie van Beroep van de Stichting Chiropractie Nederland. Zij wordt in dit reglement verder aangeduid als "de Commissie van Beroep". Met "het Tuchtcollege" wordt bedoeld het Nederlands Tuchtcollege voor Chiropractoren van de SCN. | ||
2 |
|
De Commissie van Beroep |
|
2.1 | Samenstelling | ||
2.1.1 | De Commissie van Beroep bestaat uit drie natuurlijke personen in de samenstelling als bepaald in lid 3 van dit artikel. De Commissie van Beroep wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. | ||
2.1.2 | De leden van de Commissie van Beroep kunnen noch deel uitmaken van de Stichting, noch kunnen zij in dienstverband werkzaam zijn voor de Stichting, noch kunnen zij deel uitmaken van het bestuur van een beroepsvereniging van chiropractoren of werkzaam zijn voor een extern orgaan van een vereniging als hiervoor bedoeld dat de kwaliteitscontrole voor de beroepsgroep uitvoert. | ||
2.1.3 | De Commissie van Beroep is zodanig samengesteld dat daarin ten minste zitting hebben. | ||
a. | één jurist met ervaring als rechter, die als voorzitter zal optreden; | ||
b. | twee geregistreerden, die ieder tenminste 5 jaar praktijk hebben gevoerd als chiropractor. | ||
2.1.4 | De Commissie van Beroep kan geheel of gedeeltelijk worden samengesteld uit leden van het Tuchtcollege. | ||
2.2 | Benoeming en aftreden | ||
2.2.1 | De leden van de Commissie van Beroep als hiervoor bedoeld in artikel 2.1.3 onder a en b worden benoemd door de Raad van Bestuur. Elke geregistreerde kan zichzelf kandidaat stellen, mits hij voldoet aan de eisen als gesteld in artikel 2.1.3 onder b. Voorts kan hij een voorstel doen aan de Raad van Bestuur een bepaalde persoon of bepaalde personen te benoemen als lid van de commissie. De ambtelijk secretaris wordt aangesteld door de Raad van Bestuur | ||
2.2.2 | De leden worden benoemd voor een periode van maximaal vijf jaar. De ambtelijk secretaris stelt een rooster van aftreden op. Een volgens het rooster aftredend lid of aftredende voorzitter is onmiddellijk, doch maximaal eenmaal, herbenoembaar. Ingeval van tussentijdse benoeming neemt een nieuw benoemd lid van de Commissie van Beroep, ongeacht het tijdstip van periodiek aftreden van degene wiens vacature hij vervult, plaats voor een periode van maximaal vijf jaar | ||
2.2.3 | Onverminderd het bepaalde in het vorige lid van dit artikel, eindigt het lidmaatschap, resp. het voorzitterschap van de Commissie van Beroep door overlijden, bedanken of verlies van het vrije beheer over zijn vermogen van het desbetreffende lid, resp. de voorzitter. Voor een lid in de zin van artikel 2.1.3 onder b, eindigt het lidmaatschap voorts in geval van de in artikel 2.1.2 genoemde dienstverbanden of functies, alsmede in geval van tijdelijke of definitieve doorhaling van zijn naam uit het register. | ||
2.3 | Verschoning | ||
2.3.1 | Een lid van de Commissie van Beroep neemt in de volgende gevallen geen deel aan de behandeling van een geschil indien hij direct of indirect betrokken is bij het geschil of indien op enig andere wijze in redelijkheid kan worden getwijfeld aan zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid. | ||
2.3.2 | 2.3.2 In geval van verschoning van een lid zal de plaats van het betrokken lid in de Commissie van Beroep worden ingenomen door een door de voorzitter aan te wijzen plaatsvervanger, die voldoet aan de vereisten als gesteld in artikel 2.1.3 onder b. | ||
2.4 | Geheimhouding | ||
De leden van de Commissie van Beroep, alsmede de voorzitter, de secretaris en ieder ander die bij de behandeling van het beroepschrift is betrokken, houden al datgene geheim wat hen tijdens de behandeling van het beroepschrift ter kennis komt en waarvan zij het vertrouwelijk karakter kennen of behoren te kennen. | |||
3 |
|
Beroep |
|
3.1 | Gronden van het beroep en bevoegdheid | ||
3.1.1 | Onverminderd de mogelijkheid het geschil aan de burgerlijk rechter voor te leggen, kan eenieder die op grond van het tweede lid van dit artikel bevoegd is, in beroep komen tegen: | ||
a. | Een besluit van de Raad van Bestuur tot afwijzing van een verzoek tot inschrijving in het register, als bedoeld in de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 van het Huishoudelijk Reglement van de Stichting; | ||
b. | Een besluit van de Raad van Bestuur tot uitvoering van een advies van de Visitatiecommissie als bedoeld in artikel 8 lid 1van de Statuten en artikel 5.2.1 van het Reglement van de Visitatiecommissie; | ||
c. | Een besluit van de Raad van Bestuur tot uitvoering van een advies van het College van Medisch Toezicht als bedoeld in artikel 9 lid 1 van de Statuten en de artikelen 5.1.1 en 5.1.2 van het Reglement van het College van Medisch Toezicht; | ||
d. | alle andere besluiten als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Statuten. | ||
3.1.2 | Tegen een besluit van het Tuchtcollege een tuchtrechtelijke maatregel op te leggen, als bedoeld in artikel 7 van de Statuten en artikel 5.1.1 van het Reglement van het Nederlands Tuchtcollege voor Chiropractoren, kan niet in beroep worden gekomen. | ||
3.1.3 | Bevoegd om in beroep te komen tegen een besluit als bedoeld in het eerste lid van dit artikel zijn: | ||
a. | een geregistreerde of een groep van geregistreerden die door het besluit direct of indirect in zijn of hun belangen is of zijn getroffen; | ||
b. | een aspirant-geregistreerde op wiens verzoek in de zin van het vorige lid van dit artikel onder a een afwijzend besluit is genomen. | ||
3.2 | Het beroep: wijze van aanhangig maken | ||
3.2.1 | Het beroep wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Commissie van Beroep. | ||
3.2.2 | De Commissie neemt het beroep slechts in behandeling indien appellant bezwaar tegen het besluit heeft ingediend bij de Raad van Bestuur als bedoeld in artikel 11 lid 6 van de Statuten én de Raad van Bestuur heeft laten weten het besluit niet te wijzigen, of een nieuw besluit heeft genomen waarmee appellant zich niet kan verenigen. | ||
3.2.3 | In afwijking van het bepaalde in 3.2.2, kan de Commissie een beroep in behandeling nemen zonder een mededeling of een nieuw besluit van de Raad van Bestuur als bedoeld in 3.2.2, indien de Raad van Bestuur - naar het oordeel van de Commissie - niet binnen een redelijke termijn heeft gereageerd op het bezwaar. In geval van een zodanig spoedeisend belang dat de beslissing op bezwaar niet kan worden afgewacht, kan de Commissie het beroep in behandeling nemen zonder de voorafgaande bezwaarprocedure. Hetzelfde geldt indien appellant en / of de Commissie uit woord en daad van de Raad van Bestuur mogen begrijpen dat het bezwaar niet zal kunnen leiden tot bijstelling van het besluit. | ||
3.2.4 | Het beroep bevat: - de naam en het privé of praktijkadres van de appellant; - een afschrift van het besluit waartegen in beroep wordt gegaan; - een duidelijke omschrijving van de bezwaren tegen het besluit; - de dagtekening en handtekening van de appellant |
||
4 |
|
Procedure |
|
4.1 | Beroepschrift en verweerschrift | ||
4.1.1 | Direct na ontvangst van het beroepschrift zendt de secretaris appellant een ontvangstbevestiging en een afschrift van het beroepschrift aan de Raad van Bestuur. | ||
4.1.2 | Indien het beroepschrift niet voldoet aan de vereisten als bedoeld in 3.2.4, zendt de secretaris het terug naar appellant, met het verzoek het beroepschrift binnen een redelijke termijn te verbeteren of aan te vullen. | ||
4.1.3 | Indien de secretaris in overleg met de voorzitter vaststelt dat de appellant niet behoort tot de in artikel 3.1.3 genoemde categorieën van personen, niet is voldaan aan de vereisten van 3.2.2 en 3.2.3, het beroepschrift ook na verbetering niet voldoet aan de vereisten van 3.2.4, of om enige andere reden niet in behandeling kan worden genomen, wordt het beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard. | ||
4.1.4 | De Commissie van Beroep kan in voorkomende gevallen het beroep zonder nader onderzoek afwijzen als kennelijk ongegrond. | ||
4.1.5 | Voldoet het beroepschrift aan de vereisten, en is het beroep niet kennelijk ongegrond, dan verzoekt de secretaris de Raad van Bestuur binnen een redelijke termijn schriftelijk verweer te voeren. | ||
4.1.6 | Het verweerschrift wordt direct na ontvangst doorgestuurd naar appellant. | ||
4.1.7 | Indien de Commissie van Beroep daarvoor aanleiding ziet, kan zij partijen in de gelegenheid stellen nog eenmaal schriftelijk te reageren. Zij nodigt in dat geval appellant uit zijn repliek in te dienen, waarna de Raad van Bestuur wordt verzocht schriftelijk te dupliceren. | ||
4.1.8 | Nadat de dupliek is ontvangen, wordt de schriftelijke fase gesloten. De secretaris zorgt ervoor dat beide partijen over alle documenten beschikken. | ||
4.1.9 | Wordt geen schriftelijk verweer gevoerd, dan kan de commissie daaruit de conclusies trekken die zij geraden acht. Indien zij daarvoor redenen ziet, kan zij in afwijking van het bepaalde in 4.2.1, partijen uitnodigen hun standpunt in een hoorzitting mondeling uiteen te zetten, zonder dat schriftelijk verweer is gevoerd. | ||
4.2 | Hoorzitting | ||
4.2.1 | Als de Commissie van Beroep na de schriftelijke fase van oordeel is dat het nadere informatie behoeft, besluit zij tot een hoorzitting. Is het van oordeel dat het voldoende is geïnformeerd, dan kan zij uitspraak doen op basis van de stukken. | ||
4.2.2 | De hoorzitting wordt gehouden op een door de voorzitter te bepalen plaats en tijdstip. Tijdens de hoorzitting wordt partijen de gelegenheid geboden hun standpunten nader toe te lichten. Partijen worden in elkaars aanwezigheid gehoord. | ||
4.2.3 | De voorzitter bewaakt de orde en ziet erop toe dat beide partijen voldoende in de gelegenheid worden gesteld hun standpunten nader toe te lichten. Partijen kunnen zich ter zitting op eigen kosten laten bijstaan door een raadsman of raadsvrouwe naar keuze. | ||
4.3 | Getuigen | ||
4.3.1 | De Commissie van Beroep kan indien zij dat noodzakelijk acht, of op verzoek van partijen of één van hen, getuigen horen. | ||
4.3.2 | Getuigen worden gehoord in aanwezigheid van partijen. | ||
4.3.3 | Partijen worden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen aan de getuigen en te reageren op hetgeen door hen is verklaard. | ||
4.3.4 | De reiskosten en eventuele andere kosten van de getuigen worden gedragen door de partij die de getuigen heeft opgeroepen. | ||
4.3.5 | Indien de Commissie van Beroep de getuigen heeft opgeroepen worden hun kosten gedragen door de Stichting. | ||
4.4 | Deskundigen | ||
4.4.1 | De Commissie van Beroep kan ambtshalve of op verzoek van één of beide partijen, één of meer deskundigen raadplegen. | ||
4.4.2 | Partijen worden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen aan de deskundigen en schriftelijk te reageren op hetgeen door hen is gesteld. | ||
4.4.3 | De kosten van het deskundigenonderzoek worden gedragen door de partij die het onderzoek heeft verzocht. | ||
4.4.4 | Indien het onderzoek plaatsvindt op verzoek van de Commissie van Beroep, worden de kosten van dat onderzoek gedragen door de Stichting, | ||
4.4.5 | Indien het beroepschrift geheel of gedeeltelijk gegrond wordt verklaard, kan de Commissie van Beroep besluiten de kosten van de deskundige ten laste van de Stichting te brengen. | ||
4.5 | Termijnen | ||
4.5.1 | De Commissie van Beroep zorgt ervoor dat zij het beroepschrift binnen een redelijke termijn in behandeling neemt en tot een uitspraak komt. In elk geval zorgt zij ervoor dat zij binnen 6 weken na indiening van het beroepschrift uitspraak doet. Deze termijn kan op grond van de complexiteit van het beroepschrift of op grond van andere omstandigheden eenmaal worden verlengd met drie maanden. | ||
4.5.2 | In geval van een spoedeisend belang van het beroep verkort de Commissie van Beroep de termijnen en tracht zij zo spoedig mogelijk uitspraak te doen. | ||
5 |
|
Uitspraak |
|
5.1 | Ongegrond, gegrond of gedeeltelijk gegrond en maatregelen | ||
5.1.1 | Nadat de commissie het onderzoek heeft afgerond, doet zij uitspraak. Zij verklaart het beroep gegrond of ongegrond. Zij verklaart het beroep gegrond indien zij van oordeel is dat het besluit is genomen in strijd met de redelijkheid en billijkheid die partijen op grond van Boek 2 artikel 8 BW jegens elkaar behoren te betrachten, of in de andere gevallen als bedoeld in de artikelen 14 en 15 van Boek 2 BW. In geval zij het beroep gegrond acht, adviseert zij de Raad van Bestuur het eerder genomen besluit te vernietigen en - met inachtneming van de uitspraak - een nieuw besluit te nemen. In alle gevallen omkleedt de Commissie haar uitspraak met redenen. | ||
5.1.2 | Een afschrift van de uitspraak wordt aan partijen gezonden. De Raad van Bestuur deelt binnen 14 dagen na totstandkoming van de uitspraak, aan appellant en aan de Commissie schriftelijk mede of hij het advies van de Commissie overneemt. Neemt hij het advies niet over, dan motiveert hij dat deugdelijk. | ||
5.1.3 | Tegen de beslissing het advies niet over te nemen, kan appellant niet opnieuw in beroep komen. | ||
5.2 | Kosten | ||
5.2.1 | In geval van gegrondverklaring van het beroep, draagt de Stichting de kosten van de procedure. Wordt het beroep ongegrond verklaard, dan kan de Commissie besluiten de kosten van de procedure geheel of gedeeltelijk voor rekening van appellant te laten komen. | ||
5.2.2 | Voordat zij met de behandeling van het beroep een aanvang neemt, kan de Commissie besluiten de kosten als bedoeld in het vorige lid bij wege van voorschot aan appellant in rekening te brengen. Zij neemt in dat geval het beroep slechts in behandeling nadat het voorschot op een door haar vast te stellen rekening is gestort. Wordt het beroep gegrond verklaard, dan wordt het voorschot teruggestort. Wordt het beroep ongegrond verklaard en neemt de Commissie een besluit als bedoeld in 5.2.1 tweede volzin, dan kunnen de kosten worden voldaan uit het voorschot. | ||
6 |
|
Bezoldiging en kosten secretariaat |
|
6.1 | Leden en voorzitter | ||
6.1.1 | De leden van de Commissie van Beroep en de voorzitter ontvangen voor hun werkzaamheden een door de Raad van Bestuur van de Stichting vast te stellen vacatie. | ||
6.2 | Secretariaat | ||
6.2.1 | De kosten van het secretariaat en de secretariële ondersteuning zijn voor rekening van de Stichting. | ||
7 |
|
In werkingtreding |
|
7.1 | Dit reglement vervangt alle eerdere reglementen van de Commissie van Beroep. | ||
7.2 | Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2007. | ||